Caroline Wiebenga
071 36 18 181
06 34 203 503
wiebenga@debeelddenker.nl

Sterke rechter hersenhelft

Beelddenkers komen later vaak in creatieve beroepen terecht waar een sterke visuele en/of ruimtelijke component een belangrijke rol speelt. Voorbeelden zijn architecten, ontwerpers, chirurgen, schrijvers, kunstenaars, musici, ICT-specialisten en natuurkundigen. Beelddenkers kunnen hun talent gebruiken om eventuele zwakheden in hun linker hersenhelft te compenseren! Zo kunnen leerproblemen voorkomen worden.

Ritme

Beelddenkers zijn vaak dol op muziek. Het herkennen en ervaren van geluiden en ritme gebeurt in de rechter hersenhelft. Als dat bewust wordt ingezet kan de beelddenker leren met behulp van geluiden en ritme. Een goed voorbeeld is het alfabet-lied. Hiermee kunnen kinderen van 5, 6 jaar oud met behulp van muziek 26 op zich nietszeggende letters onthouden.

Ruimtelijke vaardigheden

Als je niet in beelden denkt is het erg moeilijk om zaken driedimensionaal voor te stellen. Beelddenkers kunnen een object in drie dimensies voor de geest halen, datzelfde object in hun hoofd draaien en het van alle kanten bekijken. Dit betekent dat beelddenkers problemen kunnen oplossen die anderen nog niet eens als probleem hadden gesignaleerd.

Denken in ‘totaal-plaatjes’

Een plaatje is een gegeven (net als een foto). Door een plaatje in stukken te knippen wordt wat het voorstelt steeds onduidelijker. Iemand die in beelden denkt, kan zomaar ineens een oplossing ‘zien’, zonder dat hij/zij kan uitleggen hoe hij aan die oplossing is gekomen. Dit kan een probleem op school geven, omdat je gevraagd kan worden hoe je aan het antwoord bent gekomen. Ook op het werk kan het voorkomen dat collega’s van een beelddenker niet begrijpen wat hij/zij zegt, bedoelt of voorstelt.

Verbeelding, fantasie

Beelddenkers denken vaak ‘out of the box’ oftewel buiten de gewone kaders. Ze zijn erg creatief. Ze kunnen voor de voeten geworpen krijgen dat zij een te grote fantasie hebben, zelfs dat ze dingen verzinnen die anderen als niet-waar beschouwen. Beelddenkers zijn ook goed in het maken van grappen door middel van woordspelingen. Ook kunnen ze goed dagdromen. In de wereld van de fantasie is namelijk alles mogelijk. Walt Disney zag jarenlang al het beeld voor zich van zijn Disneyworld. Mensen met wie hij erover sprak begrepen totaal niet wat hij bedoelde. Walt Disney was al overleden toen zijn pretpark werd geopend. Naar aanleiding van de opmerking van iemand dat het zo sneu was voor hem dat hij het niet meer kon zien, antwoordde zijn broer: ‘Nee hoor, hij heeft dit al jaren gezien’. In de wereld van de fantasie zijn geen regels en voorschriften. Als een beelddenker zich in de ogen van anderen vreemd gedraagt kan zijn/haar antwoord op de vraag waarom hij/zij zo doet het gedrag duidelijk maken.

Ervaren

Beelddenkers willen de wereld ervaren, in plaats van deze te beredeneren of erover te praten. Vaak hebben zij geen idee wat een instructieboekje hen probeert uit te leggen, totdat ze het bijbehorende apparaat uitproberen. Pas dan bevatten ze wat er in de uitleg staat.

Kleuren

Beelddenkers zijn dol op tekenen, schilderen, ontwerpen en de kleuren die daarbij gebruikt worden. Op vaak jonge leeftijd kunnen ze al op de juiste manier schaduwen plaatsen in een tekening. Ook het mengen van kleuren gaat ze heel goed af.